ZOET STERREKEN AAN DE LUCHT

Zoet sterreken aan de lucht,
gij blinkt zoo blauw en buiten stof,
kent geen gerucht
in uwen hof.

Zoet sterreken, klaar van vreugd,
zoo hoog heeft Zij mijn Ziel gebracht,
dat u geheugt
een schoone nacht.

Zoet sterreken, buitenwaartsch
gevonk van Gods geheimenis,
straalt om wat aardsch
en hemelsch is.



84 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.
173 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.