STAAN DE BLAUWTEN OVER DE DAKEN

Staan de blauwten over de daken,
zeven lichten éen kruis,
al mijn zorgen branden en waken,
zeven lichten éen kruis;
en een vreugd in elke ster,
een vreugd in elke ster.

Frissche regens en doffe donder,
's morgens over mijn huis.
Wolken zien bleek en scheuren wonder,
's morgens over mijn huis;
en mijn hart is ver,
zoo ver, zoo ver.



216 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.