LIEDEREN, LEEFT!

Liederen, oud als het volk is,
liederen, jong als mijn hart,
klaar, als de zon uit de wolk is,
luid, als de vreugd uit de smart -
Leeft in de sterkte, den gloei en den glans,
leeft in de schoonheid des lands!

Ruischt met den zwier van de haver,
riekt met den geur van het hooi;
springt met den boer op zijn draver,
lacht met de meisjes in tooi!
Juicht om de sterkte, den gloei en den glans,
juicht om de schoonheid des lands!

Heft die daar hurkt in het lijden,
hoog in de kracht van uw vreugd!
Leert hem, in dagen van strijden,
daden van manlijke deugd!
Wijst hem de sterkte, den gloei en den glans
wijst hem de schoonheid des lands!

Heisa, mijn lied van den dorscher!
Heisa, mijn lied van den knecht!
Klinkt, en de vuisten zijn forscher,
klinkt en de koppen gaan recht!
Leeft in de sterkte, den gloei en den glans,
leeft in de schoonheid des lands!



224 Gedichten, Amsterdam (S.L. Van Looy) 1907, 224 p.
242 Gedichten, tweede vermeerderde druk, Amsterdam 1911, 242 p.
305 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.
75 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.
85 René De Clercq. Liederen, leeft! Sint-Niklaas 1977, 202 p.