KRACHT IN VREDE

Kan ik dragen
Heller dagen,
Hooger moed,
Glans uit gloed,
Zon in mijn daad en mijn lied en mijn bloed?
Kan ik geven
Sterker leven?
Der menschheid trouw
Doch boven 't gewemel,
Uit diepen hemel,
Met vreugd voor heil en troost voor rouw,
Wou ik haatnacht verjagen, nijdwolken scheuren,
De donkere wereld op 't klaarste kleuren,
De donkere wereld met liefde omruischen,
Stralen, krachtig, in 't blauw!

Menschen, met zieke deugden,
Wat klaagt gij? De wateren bruisen
In vreugden.
Zoo bij groot vuur schijnkracht verdort,
Waaiende boomen tot dorre kruisen,
Zoo voor het leven het doode stort,
Opdat frisscher gedachten
Forscher geslachten
Opkomen, en, saprijk, met groener loof
Telkens een nieuw geloof
Op de naaktheid van twijfel en leugen word',
Dat wil de hooge, scheppenslustige,
In stagen arbeid heerlijk rustige,
Der waarheid kern, der eeuwen bron,
De Zon!

Macht, die in den hoogen
Ongebonden alles om u bindt,
Die voor mijn geboorte me kendet als uw kind,
Kus nog me nader,
Als vroeger met uw beeld in moeders oogen;
Kus, Alvader!



46 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.