DIEP WIL IK ADEMHALEN

Diep wil ik ademhalen
in de geurige morgenstroomen.
Op zuivere zonnestralen
zouden mij uw kussen komen.

Diep wil ik ademhalen
in geur en wind.

Mijn sterk geloof! Mijn zonnekind!
Als in de blauwe boomen
het hart der nachtegalen
bloedt,
zijn wij vereend voorgoed.



144 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.