DE VIJVER LACHT.

De vijver lacht een gouden lach;
de zwarte boomen gloeien.
Hoe schoon in frisschen winterdag
zijn hart te voelen bloeien!
Dra voert de Lent nieuw leven rond,
op rozeroode voeten,
en 't eerste vogelken verkondt
alsdat wij minnen moeten.



16 Uit zonnige jeugd, Amsterdam z.j. (1916), 75 p.
151 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.