AAN KONINGIN ELISABETH

Thans bitterheid der mannen borst vervult
Met edel wraakgevoel en ongeduld,
En géen kan bidden, harde daden plegend,
Thans zij Uw naam ons laatste en liefst gebed,
Smartheil'ge Koningin Elisabeth,
Wees boven alle vrouwen Gij gezegend.

Zacht was uw gang door vreugdig feestgegons,
Uw glimlach liefde, trots alleen in ons.
Toen Gij van hier voert zocht de blik U hoog.
De zoete hoop doorstraalde 't duister oog,
Het scheen als had een Engel ons bejegend.

Die nu, in opperst lijden, kracht van troost
Kunt schenken aan het Koninklijke Kroost,
En aan uw Volk, dit ander arme kind,
Gij, nooitvolprezen, nooit genoeg bemind,
O Moeder, wees gezegend!



19 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.