ZOO GIJ NIET VAN VREUGDEN STRAALT

Zoo gij niet van vreugden straalt,
zoo wat purpren grauwde en griefde,
niet als zon ter ziele daalt,
uwe liefde was geen liefde.

Weet dat liefde oneindig bloedt,
weet dat liefde oneindig pijnigt.
Doch alleen dat licht is zoet
dat de liefde heeft gereinigd.



26 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.