ZIJT GIJ UITGEBLOEID

Zijt gij uitgebloeid,
liederen lang doordacht
en ineens geschapen,
blijft, ach, blijft gekust.

Is de dag vermoeid,
lieflijk wenkt de nacht,
laat hem slapen, slapen,
in haar donkre rust.



49 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.
169 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.