TER ZEGE

Zoolang 't gevoel uw kracht is,
Geestdriftig uw gedacht is,
Ruim goed zijn in uw macht is,
Mijn dapper lied, klink uit;
Dat al die durvend willen
Het zeggen, zingen, gillen;
Het hart leeft van uw trillen
Als 't oor van uw geluid.

Mijn lied is een klok en een zwaard en een vlag,
Mijn lied is de kreet die rolt in den slag,
Mijn lied is de zon van den nieuwen dag,
Mijn lied is triomf, hoera!

Spreek Vlaamsch, en 'k ben uw broeder.
Te kwader uur, te goeder,
In de eedle taal van moeder
Blijf ik uw trouwste tolk.
Wie ook vervreemd', verbaster',
Zijn land en landaard laster',
Ik hecht me aan u te vaster,
En hef u hoog, mijn volk!

Mijn lied is een klok en een zwaard en een vlag,
Mijn lied is de kreet die rolt in den slag,
Mijn lied is de zon van den nieuwen dag,
Mijn lied is triomf, hoera!

O lied, mijn gloedvervulde,
Sla daden uit wie duldde;
Wees elken moed een hulde
En elken eisch een vorm!
Ruk vóor het heir der mannen
In 't rijk der volkstirannen;
Laat leeuwenvanen spannen
Gelijk uw kracht in storm!

Mijn lied is een klok en een zwaard en een vlag,
Mijn lied is de kreet die rolt in den slag,
Mijn lied is de zon van den nieuwen dag,
Mijn lied is triomf, hoera!



33 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.
12 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
20 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186