EER IK TOT U KOMEN KAN

Eer ik tot u komen kan,
die wachtend zijt,
tel ik dagen af en uren.
Ach, zij duren, duren,
de eerste wreed, de laatste langst.
U drijft geen angst, liefdelooze tijd.



10 Overgebleven Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 31p.