DE ILLUSTRE VARKENS

De illustre varkens om den voertrog van den staat
Hoe rustig vraten zij en zelfgenoegzaam knorden!
Geen wonder dat zij schrokken en in angsten morden
Toen mannen, staatomwentlend, rezen in den Raad!

Naar volle taaflen vraagt men niet noch volle borden
Wanneer men trotsch den harden gang ter vrijheid gaat.
Brood hadden wij niet steeds en zorgen bovenmaat;
Maar onze daden zijn geschiedenis geworden.

Laat koopsche knechts te pronke staan in gouden woningen,
Laat hen een glorie zien in afgebedelde ambten.
Groeit schaduwgrootheid niet naarmate zij verdwijnt?

Slechts zij die onversaagd voor recht en vrijheid kampten,
Zijn helden voor het volk, zijn vorsten koene en koningen!
Hun kracht is zonnekracht die boven schaduw schijnt.



142 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
138 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.
128 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.