DE DAG ZINGT IN UW OOGEN

De dag zingt in uw oogen
vol stralend goudgeluid.
De dag zingt in uw oogen
en spant de heemlen uit.

Het is al vuur, al gloed,
al zuiver zonvermogen;
doch, om de hooge bogen,
spreidt zacht
een schoone nacht.



122 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.